Financiën programma Bestuur en ondersteuning

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 92.000 hoger ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Stijging van de salariskosten en de bestuurlijke vergoedingen. In 2021 een stijging van € 26.000 en de volgende jaren loop dit door indexering op tot € 39.000 in 2024.
• Dat vanaf 2021 meer apparaatskosten worden toegerekend. Dit geeft voor 2021 een stijging van bijna € 123.000. In de jaren erna betreft het een jaarlijkse indexering van € 13.000.
• Het beschikbaar stellen van eenmalig geld in 2020 voor extra kosten wegens raadsexcursie en externe ondersteuning, € 10.000, en voor het opstellen van plan van aanpak bestuurlijke visie Midden-Drenthe € 60.000.
• In 2022 vervalt € 14.000 voor studie. Dit is voor de periode 2019 tot 2022 jaarlijks beschikbaar gesteld.
• Kleine mutaties overige posten. Jaarlijks is dit circa € 3.000.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 107.000 hoger ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Verkiezingen. Een verkiezing kost circa € 64.000. In 2020: geen, in 2021: 1, in 2022: 1, in 2023: 2 en in 2024: 1.
• Indexering van de toegerekende apparaatskosten. In 2021 stijgen deze met € 22.000 tot € 27.000 in 2024.
• Een structurele verhoging voor de invoering donorwet. Het budget wordt  structureel met € 5.500 verhoogd.
• De jaarlijkse fluctuerende verloop aanschaf van reisdocumenten. In 2021 verwachten we € 14.000 meer te moeten uitgeven en in de jaren 2022 en 2023 € 20.000 en € 27.000 minder.
• Het overige is het saldo van kleine mutaties.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 85.000 lager ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Lagere rentekosten. De boekwaarde van Ossebroeken 2 moest op grond van de BBV regels worden afgeboekt naar marktwaarde.
• De hogere lasten in 2019 hebben betrekking op het afwaardering van de boekwaarden van de plannen Ossebroeken II en Lindelaar.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 2.001.000 lager ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Overheveling en van incidentele budgetten van 2019 naar 2020. Dit betrof € 16.000 voor organisatieontwikkeling en € 2.793.000 voor het centraal budget bedrijfsvoering en dienstverlening. vanaf 2021 is € 357.000 structureel beschikbaar gesteld voor het centraal budget bedrijfsvoering en dienstverlening.
• Dat in 2020 € 245.000 beschikbaar was gesteld voor incidentele wensen, te weten onderzoekskosten gebouwen beleid, pilot inzet sociale media en uitvoeringsagenda raad.
• Per saldo is de overhead in 2021 € 700.000 hoger ten opzichte van 2020. In de volgende jaren nemen de overheadlasten toe ten gevolge van indexeringen.
• Op grond van het amendement "extra investeren in versterken ambtelijke organisatie" wordt voor de jaren 2022 en 2023 incidenteel elk jaar € 500.000 beschikbaar gesteld.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 144.000 hoger ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Schommelingen in de rentekosten.  De rentepercentages zijn nu extreem laag. Het heeft maar gedeeltelijk effect omdat dezelfde mutatie ook onder de baten plaatsvindt.
• Effect renteomslag. Vanaf 2020 wordt de renteomslag verlaagd van 2,5% naar 1,5% voor de volgende jaren.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 6.000 hoger ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Indexering van de toegerekende apparaatskosten. Hetzelfde geldt voor de volgende jaren. De lasten stijgen van € 6.000 in 2021 tot € 18.000 in 2024.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 2.000 hoger ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Indexering van de toegerekende apparaatskosten. Hetzelfde geldt voor de volgende jaren. De lasten stijgen van € 2.000 in 2021 tot € 6.000 in 2024.

Lasten
Er zijn op dit taakveld geen lasten begroot.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 33.000 lager ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Het verschil in de onderuitputting. Tussen 2021 en 2020 bedraagt deze € 467.000. Omdat vanaf 2022 geen onderuitputting is begroot bedraagt hier het verschil ten opzichte van 2021 € 558.000.
• Vanaf 2021 wordt geen vrije structurele bestedingsruimte begroot. Dit levert ten opzichte van 2020 een verlaging op van € 500.000.

Lasten
De begrote lasten 2021 zijn € 2.777.000 lager ten opzichte van de begrote lasten 2020. Dit wordt vooral verklaard door:

• Dat in 2020 veel incidentele schommelingen zijn geweest die ten gunste van de reserves zijn gekomen. Via de bepaling van het rekeningsresultaat en voorjaarsnota  is € 3,7 miljoen toegevoegd aan de reserves.
• Dat de toevoeging in 2021 aan reserve kapitaallasten Wegen en Bruggen € 461.000 lager is. De betreft het lager voordeel dat voortvloeit uit de kapitaallasten van investeringen die nog niet zijn gerealiseerd (=onderuitputting). De grootste bijdrage komt van de nieuwe school voor het Voortgezet onderwijs. In 2020 is gestart met de bouw van de nieuwe school, eind 2021 gereed en vanaf 2022 geactiveerd.
• Toevoeging van € 1,4 miljoen aan de reserve sociaal domein in 2021.
• Verschillen kleine mutaties in de overige reserves. Te weten: Vervangingsinvesteringen, Gezondheidszorg v.m. gemeente Beilen, egalisatiereserve afvalstoffenheffing en algemene reserve Breedband.  
• Vanaf 2022 wordt geen toevoeging begroot voor verwachte onderuitputting kapitaallasten (voordeel € 558.000 en wordt de toevoeging van het rentevoordeel breedband niet meer toegevoegd aan de reserve (voordeel € 66.000).
• De toevoeging aan reserves Vervangingsinvesteringen wordt jaarlijks geïndexeerd. Hierdoor is er een jaarlijkse stijging van circa € 14.000.

Lasten
In 2020 zijn geen lasten op dit taakveld begroot. De rekening 2019 bestaat uit het rekeningresultaat van € 1,9 miljoen. Dit rekeningresultaat is in 2020 bestemd.